Intermezzo Fictie II

Een ongelukkige gebeurtenis in het gelukkige leven van Reinhard Stern

 

I

Reinhard Stern is personal motivator. Hij is in de dertig, woont in een recentelijk gerenoveerd ruim vijfkamer appartement in Prenzlauer Berg en is single. Het appartement heeft wat gekost maar dat had Reinhard er graag voor over, mooie dingen kosten nu eenmaal geld. Iedere dag reist hij met zijn nieuwe fiets naar zijn kantoor in Mitte. Hij deelt het pant daar met een advocaat en een psychiater, vrienden van elkaar zijn ze niet maar ze gaan wel vriendelijk met elkaar om en geven elkaar een hand als zij elkaar tegenkomen. 

Reinhard heeft management en psychologie gestudeerd in München en heeft een tijdje stage gelopen in Los Angeles, hier heeft hij de fijne kneepjes van het vak geleerd. In LA zijn een hoop mensen die wel een oppepper kunnen gebruiken en Reinhard heeft hier dus flink kunnen oefenen. Hij beschouwt zichzelf niet als het beste van het beste maar een professional is hij wel. Iedereen die bij hem binnen komt krijgt eerst beleefd een kopje koffie of thee. Er staat zelfs een watertap als de klant dat liever heeft. Een 100 % tevredenheidsgarantie heeft hij niet maar een hoop mensen verlaten met een lach zijn kantoor.

München was te saai voor Reinhard. Nadat hij wat geld had verdiend in Los Angeles is hij naar Berlijn vertrokken en voor zichzelf begonnen. Hij vestigde zich in de hippe wijk Prenzlauer Berg en opende al snel zijn eigen kantoor. Eerst waren het vooral depressieve accountants van middelmatige bedrijven die bij hem langs kwamen maar al snel groeide zijn faam. Na enkele jaren stond Reinhard Stern regelmatig in een kantoor voor grote groepen mensen zijn kunst te verrichten. Ook voor zijn vrienden is Reinhard soms de personal motivator. Als ze het even niet zien zitten klopt hij ze op de schouder en zegt: ’Maak je niet zo druk, het komt wel goed.’ Hij vraagt hier dan geen geld voor want hij beschouwd zichzelf als een goede vriend en geld heeft hij al genoeg. 

Reinhard ziet er goed uit. Hij gaat altijd gekleed de deur uit. Meestal is hij te zien in een pak met een gekleurde kasjmiertrui en bruin leren Italiaanse schoenen. Hij laat meestal een baardje van een paar dagen staan, zijn bruine haar wordt wat dunner maar het golft nog altijd mooi als hij het naar achteren kamt. Reinhard doet ook goed zijn best om er mooi uit te zien. Hij gaat 3 keer per week naar de sportschool en doet iedere ochtend en avond een gezichtscrème op om zijn huid goed te houden. Als vrienden aan hem vragen hoe het toch komt dat hij er altijd zo goed uitziet haalt hij een beetje lacherig zijn schouders op en zegt: ’je moet de natuur een beetje helpen en dan komt het allemaal goed.’ Niemand weet vaak wat hij hier precies mee bedoelt maar ze knikken altijd vriendelijk als hij dit zegt. 

Het feit dat Reinhard nog steeds single is heeft niks te maken met het gebrek aan aandacht. Vaak heeft hij etentjes met vrouwen en soms blijven ze bij hem slapen. Maar hij heeft gewoon nooit echt het gevoel gehad dat hij haar nog een keer wil zien. Hij geeft wel eens zijn nummer als zij erom vraagt maar stuurt eigenlijk nooit een bericht terug als zij iets stuurt. Dit kan het beeld opwekken dat hij vrouwen ziet als enkel lustobjecten om zijn seksuele fantasieën op bot te vieren. Dit beeld klopt niet, hij heeft respecteert de vrouw en haar lichaam. Geen enkele vrouw heeft echter nog echt zijn hoofd op hol kunnen brengen dat hij haar graag een tweede keer mee naar huis zou willen nemen. Hij is gelukkig in zijn eentje maar hij zit er wel aan te denken om misschien een hondje in huis te nemen. 

De ruimte heeft hij zeker voor een hondje. Een kamer staat zelfs zo goed als leeg en die kan helemaal worden ingericht naar de wensen van het beestje. Zijn werk is vlakbij dus in zijn lunchpauze kan hij even naar huis om hem uit te laten en in de weekenden kan hij met de auto naar de bossen buiten Berlijn, hier kan het hondje dan lekker rennen terwijl Reinhard mooie wandelingen maakt en wat fluit. Ja, een hondje nemen lijkt hem een goed idee. 

Reinhard zit vanavond op zijn natuzzi hoekbank en bladert wat in het vakblad ‚Lachen doe je niet alleen.’ Hij schenkt nog een glas rode wijn voor zichzelf in en zet een nieuwe jazzplaat op. Hij opent de balkondeuren en zet een stap in de frisse buitenlucht. Het is een aangename avond in mei, de zon is al onder maar de temperatuur is nog lekker. Hij steekt een sigaret op en kijkt naar de sterren. Terwijl hij een paar rondjes rook blaast beweegt hij zijn heupen langzaam op de muziek. Hij neemt nog een slok wijn en lacht, hij heeft gelukkig geen personal motivator, advocaat of psychiater nodig. Het leven is goed voor Reinhard Stern. 

 

II

Het is vrijdagavond en Reinhard loopt vanuit zijn kantoor richting een restaurant in de Alte Schönhauser straße. Om 19:00 heeft Reinhard een afspraak met een oude jeugdvriend. De jeugdvriend woont ook al enkele jaren in Berlijn maar ze hebben elkaar niet vaak kunnen zien. Hij is getrouwd en heeft twee kleine kinderen, een drukke baan bij een bank en zijn vrouw heeft een eigen Yogaschool. Reinhard is wel eens op aandringen van zijn oude vriend naar een yogales geweest maar het was niks voor hem. Reinhard heeft geen kinderen, partner of andere dingen waar hij gestrest van wordt. Hij is gelukkig en het hondje dat er gaat komen zal zijn geluk alleen maar vergroten. Hij wordt er al vrolijk van als hij er aan denkt. 

Hij loopt de desbetreffende straat in maar voordat hij bij de deur van het restaurant is stopt hij nog even voor het raam en bekijkt zichzelf in de weerspiegeling van het glas. Hij heeft zich in zijn kantoor nog opgefrist en hij ziet er weer verzorgd en aantrekkelijk uit vanavond. Hij haalt een kam uit zijn jaszak en haalt deze door zijn haar, dan merkt hij dat hij door het glas zijn oude vriend ziet zitten die hem met opgetrokken wenkbrauwen aankijkt. Reinhard lacht en loopt naar binnen. 

Als hij bij de tafel is staat zijn oude vriend op en geeft hem een stevige hand. Hij zegt dat het fijn is om hem weer even te zien maar voegt er direct aan toe dat hij niet heel lang kan blijven want de oppas had vanavond een feestje en kan dus niet heel laat bijven. Zijn vrouw had iets met vriendinnen wat zij echt niet af kon zeggen en dus moest hij zich opofferen. Reinhard glimlacht, klopt hem op de schouder en gebaart hem om te gaan zitten. Als ze al niet veel tijd hebben laten ze er dan het beste ervan maken en snel beginnen. Ze bestellen direct een fles rode wijn en iets te eten, de oude vriend neemt biefstuk en hij neemt kreeft. 

Ze praten wat over vroeger en over hun werk. Het eten wordt geserveerd en het gesprek valt stil, beide genieten van hun maaltijd. Wanneer Reinhard zijn kreeft bijna op heeft vertelt hij aan zijn oude vriend over zijn idee om een hondje te nemen. De oude vriend is aangenaam verrast. ’Ik zie jou nog niet zo snel met een hondje Reinhard, heb je daar wel tijd voor?’ Reinhard glimlacht en zegt dat hij daar zeker tijd voor kan maken en het lijkt hem leuk om wat gezelschap te hebben thuis. Dan kijkt de oude vriend hem met onderzoekende ogen aan en vraagt ’of is het soms om alvast te wennen aan een vaste relatie. Om iemand om je heen te hebben? Of misschien zelfs als voorbereiding om vader te worden? Dat je direct kinderen kan nemen als je iemand vind, je bent inmiddels al op leeftijd aan het raken, je wordt zo een oude papa. En hoe langer je wacht met kinderen, hoe slechter je zaad wordt. Dat heb ik ergens gelezen.’ Ook nu blijft Reinhard vriendelijk lachen en schudt hij zijn hoofd. Nee daar heeft hij helemaal niet over nagedacht en wil hij ook nog niet over nadenken. Hij wil nog geen kinderen of een vaste partner, hij wil gewoon een leuk hondje. 

Beiden drinken hun kop koffie op en betalen dan. Reinhard heeft nog geen zin om naar huis te gaan, het is er stil en leeg, en vraagt of zijn oude vriend nog zin heeft om ergens wat te drinken en misschien om zelfs wat te dansen? De vriend lacht maar nee, hij kan echt niet. Hij moet nu naar huis om voor de kinderen te zorgen en om nog wat papierwerk voor de bank door te nemen. Ze nemen voor het restaurant afscheid en spreken af elkaar snel weer te zien. De oude vriend wenst hem nog succes met zijn hondje en vraagt of hij een foto wil sturen als hij er één heeft aangeschaft. Natuurlijk zal Reinhard dat doen, ze zijn vrienden op Facebook en daar zullen zeker foto’s op verschijnen als het zover is. Hij zwaait nog even en ziet hoe zijn oude vriend, telefoon al in de hand, met snelle passen richting de metro loopt. De zon schijnt nog een beetje en Reinhard draait zich om, op zoek naar een plek om wat te drinken en om een dansje te wagen. 

 

III

Reinhard heeft een taxi genomen en stapt uit in een andere wijk. Hier zijn veel meer hippe cafés en bars maar ook meer immigranten, al heeft hij daar geen moeite mee. Hij loopt naar een café waar hij wel eens vaker is geweest en ook nu is het weer erg druk binnen. Mensen dansen en drinken glazen wijn of cocktails, een enkeling staat met een groot glas lauw bier in zijn hand. Een tijdje terug is hij hier met een date geweest, ze dronken wat, dansten en zijn daarna naar zijn huis gegaan. Het is een gelukkige gedachte voor hem en hij besluit in de rij plaats te nemen om binnen te komen. Als hij voor de uitsmijter staat kijkt deze hem wat vreemd aan: een man van in de dertig, goed gekleed maar alleen. Reinhard glimlacht, groet de bewaker en wordt binnen gelaten. 

Binnen loopt hij direct naar de bar en bestelt een glas rode wijn. Er zijn een hoop jonge mensen van begin twintig maar dit maakt hem niks uit. Reinhard voelt zich nog jong en vitaal, 30+ feestjes zijn niks voor hem. Je moet met jonge mensen om blijven gaan om zelf niet het contact met de jeugd te verliezen. Het begrip ’verjonging’ gebruikt hij ook vaak in zijn werk. Mensen knikken vaak gewillig als ze het hem horen zeggen. Dus het moet wel goed zijn. 

Hij beweegt zich naar de dansvloer en gaat achter een groep jonge meiden staan. Hij danst, beweegt zijn lichaam op de muziek en doet zo nu en dan een pasje. Mensen die hem zien weten dat hij goed kan dansen maar het is niet te overdreven. Je moet hard je best doen om op te vallen maar niet te hard, dan worden mensen jaloers. Een paar dames draaien zich om en dansen een beetje met hem maar al snel komen er meer mannen op de groep vrouwen af en verslapt hun aandacht voor hem. Reinhard vindt dit niet erg, hij loopt weer naar de bar en bestelt nog een glas rode wijn. Hij hoeft vanavond niet per sé met iemand te zoenen, hij wil gewoon plezier hebben en een beetje dansen. 

Het wordt steeds drukker binnen en na een uur op de dansvloer te hebben gestaan en een aantal wijntjes te hebben gedronken besluit Reinhard om even buiten te gaan roken. Binnen is het warm en ruikt het naar zweet. Hij hoopt buiten wat verkoeling te vinden. De lucht is helder donkerblauw met hier en daar wat sterren. In de straat is het druk, taxi’s rijden met hoge snelheid op en neer, grote groepen jongeren fietsen met veel lawaai van kroeg naar kroeg en ook op de stoep lopen veel mensen. Hij haalt een aansteker uit zijn zak, steekt zijn sigaret aan en neemt nog een slok wijn. Zonder dat hij het doorheeft beweegt hij nog een beetje op de muziek. Iedereen die voorbij loopt kan zien dat hij een bekwame danser is. 

Voor hem stopt een taxi. De passagiersdeur gaat open en hij hoort een mannenstem in in een combinatie van Turks en Duits agressief praten. Reinhard doet een stapje dichterbij en ziet dat er in de passagiersstoel en meisje zit, nog geen twintig jaar. Ze heeft donker stijl haar dat ze in een staart draagt en draagt een groen cocktail jurkje. Haar gezicht is opgemaakt en haar lange nagels netjes bijgehouden. De hand van de taxichauffeur is om haar pols geklemd. Ze kijkt de chauffeur angstig aan, wilt iets zeggen maar lijkt geen geluid uit haar mond te krijgen. Reinhard loopt naar de deur en vraagt vriendelijk aan de chauffeur wat er aan de hand is. De man begint in zijn onsamenhangend gebrekkige Duits aan een tirade waarbij hij steeds harder in de pols van zijn passagier knijpt. De huid begint eerst rood en dan paars te worden. Er verschijnt een traan in de ooghoek van het meisje. 

Reinhard glimlacht en zegt langzaam maar hard en duidelijk: ’Meneer eerst moet u haar pols loslaten, u doet haar pijn. Uw Duits is erg slecht en u bent moeilijk te verstaan maar ik begrijp het probleem. Hier heeft u wat geld, ‚alle problemen van mensen zijn te herleiden naar geld denkt hij,’ dit zal vast genoeg zijn voor haar rit en nu moet u haar de mogelijkheid geven om de auto te verlaten.’ De chauffeur laat haar pols los en grijpt met dezelfde hand het €50 biljet dat Reinhard hem aanreikt. Het scheld nog wat naar het meisje en maakt met zijn andere hand het gebaar dat ze snel zijn auto moet verlaten. Ze maakt snel de gordel los en stapt uit de auto. Reinhard wenst de chauffeur nog een fijne avond en gooit de deur dicht. Hij wil nog zijn glas wijn pakken dat hij op het dak van de taxi had gezet maar is te laat. De motor start direct en voor hij iets kan roepen is de taxi uit de straat verdwenen. Het jonge meisje staat nog voor hem en kijkt hem schuchter aan, ze speelt wat met een zilveren armband aan de pols die nog rood is. Reinhard draait zich naar haar toe, haalt zijn hand door zijn haar en lacht. ’Nou daar ben je gelukkig van af. Graag gedaan hoor, echt het is niks. Ik doe graag zo nu en dan wat goeds in deze wereld. Daarom wil ik ook graag een hondje nemen binnenkort. Ik wil zo’n arme pup van de straat redden en hem een fijn huis geven. Ik heb er alle ruimte voor, ik woon ruim en riant.’ Het meisje knikt en probeert een beetje te glimlachen. ’Zeg, heb je zin om te dansen?’ En hij knikt met zijn hoofd naar het café waar hij zojuist uitkwam. Het meisje kijkt even door de ruiten nar de mensen en volgt hem dan naar binnen. Zijn heupen beginnen weer een beetje op de muziek te bewegen als ze binnen zijn. Hij biedt haar een glas rode wijn aan en ze dansen samen. 

Als het bijna middernacht is vraagt het meisje aan Reinhardt of hij zin heeft om naar een club te gaan. Daar kunnen ze verder dansen maar dan op andere muziek. Reinhard lacht en knikt, dat zou hij leuk vinden. Hoewel het misschien niet helemaal zijn muziek zal zijn daar moet hij in contact blijven met de jeugd. Ze hebben nog weinig gesproken maar hij voelt dat er een klik is. Ze leidt hem naar buiten en houdt een taxi aan. Ze gaan achterin zitten en zij roept een adres naar de chauffeur dat Reinhard niet verstaat maar de chauffeur wel, hij drukt het gas in en ze schieten door de stad. 

Reinhard probeert zijn stem boven de harde Turkse muziek die opstaat te verheffen en vraagt waar ze naar toe gaan aan het meisje. ’Het slachthuis’ meent hij te verstaan, eigenlijk wil hij de chauffeur vragen of de muziek wat zachter kan maar hij wil het risico niet nemen om nogmaals ruzie te krijgen met een taxichauffeur. Een mens moet niet te vaak de confrontatie opzoeken, zonder hem draait de wereld ook door. Dan vraagt Reinhard wat haar naam is en weer verstaat hij het niet helemaal maar hij maakt er ’Megan’ uit op. Hij herhaalt de naam en zij knikt. ’Reinhard Stern, personal motivator’ en hij steekt zijn grote gebruinde hand uit naar haar. Zij beantwoord het met haar dunne bleke hand en even zijn de twee handen, die wel tegenpolen lijken van elkaar, met elkaar verbonden. Reinhard brengt zijn hoofd wat dichterbij om ’aangenaam’ te zeggen maar ook Megan buigt haar hoofd naar voren, brengt het zelfs erg dicht bij zijn gezicht en fluistert iets in zijn oor. Reinhard verstaat het niet maar als hij zijn ogen weer op haar richt kijkt ze hem vragend aan. Hij glimlacht en knikt, ’maar natuurlijk’ zegt hij joviaal. Ze lijkt opgelucht en pakt zijn hand vast. Ze voelt een beetje koud aan maar Reinhard lacht, het leven lacht hem ook vanavond toe, wat is het toch een mooie meid bedenkt hij zich als hij even opzij kijkt en hij knijpt in haar hand. 

De taxi is inmiddels het centrum uitgereden en rijdt een verlaten parkeerterrein op. Het stopt voor een grote oude fabriekshal waar een hoop mensen voor staan. Harde muziek dreunt uit het gebouw. Reinhard betaalt de chauffeur en stapt uit met Megan. Megan houdt nog steeds zijn hand vast en loopt voor hem uit terwijl hij zegt :’Ik ben hier nog nooit geweest maar heb er volgens mij wel van gehoord. Het is in ieder geval echt Berlijns zie ik.’      

Binnen wordt er harde techno muziek gedraaid. Reinhard heeft drankjes gehaald en kan Megan even niet vinden. Het is druk binnen en het stinkt naar zweet. Groene lichten knipperen aan en uit in de oude fabriekshal. Na even zoeken ziet hij Megan staan. Ze staat alleen te dansen ergens aan de zijkant. Ze lijkt op te gaan in de muziek maar wanneer ze Reinhard ziet lacht ze als teken van herkenning. Ow die lach van haar, de lach als teken van zijn bestaan. Reinhard geeft haar haar cocktail en ze dansen weer samen. Megan gaat steeds dichter tegen Reinhard aan dansen en kijkt hem ondeugend aan. Ze draait zich om en komt langzaam tegen hem aan dansen. Ook zij kan haar heupen soepel bewegen. Ondanks de vele alcohol is Reinhard nog goed bij de les en geniet hij zichtbaar van deze dans. Dan draait ze zich om en buigt haar hoofd naar zijn hoofd, haar lippen naar die van hem. Ook Reinhard buigt zijn hoofd. Zijn lippen raken die van haar en voor het eerst zoenen ze vanavond. 

Het is een heerlijke zoen. Megan kan geweldig zoenen denkt hij terwijl ze verder dansen. De muziek is niet echt zijn smaak maar dat bestaat niet meer voor hem. Hij ziet alleen Megan nog en wil haar steeds meer, steeds langer zoenen. Dan vraagt Megan tussen het zoenen door of ze niet naar zijn huis kunnen gaan. ‚Maar natuurlijk kunnen ze dat’ schreeuwt Reinhard boven de muziek uit. Hij neemt haar hand en leidt haar naar de uitgang. Megan laat zich gewillig meenemen. Ze volgt hem zoals een braaf hondje zijn baasje volgt. 

 

IV

Reinhard opent met een joviale beweging zijn voordeur. Hij stapt naar binnen en roept vrolijk ‚tadaa.’ Megan loopt met kleine pasjes de hal in en blijft in het midden staan. Met een simpele beweging van haar voet, eerst links en dan rechts, doet ze haar hakken uit en stapt de woonkamer in. Reinhard sluit de deur, stapt over haar hakken en volgt haar naar de woonkamer. Hij vraagt haar of zij het hele appartement wil zien? Zij knikt en hij leidt weer. Ze lopen door de ruime woonkamer met de houten vloer, het hoge plafond, moderne meubels en open haard. Hij laat haar zijn badkamer zien met marmeren bubbelbad en grondverwarming. Zijn studeerkamer met hoge brede boekenkasten waarin alle boeken op kleur zijn geselecteerd naar Goethes kleurenleer, zo verteld hij haar. De boeken met een paarse en rode kaft zijn het meest aanwezig. In deze kast staan ook enkele flessen wijn. Hij pakt er een fles uit en neemt hem mee naar de volgende kamer. Deze staat nog leeg. Hij maakt een gestrekte beweging met zijn arm de kamer in en zegt trots: ’Deze kamer is gereserveerd voor het hondje. Hier zal zij alle ruimte hebben die zij verdient. Een grote lekkere mand, speeltjes en iedere dag verse botten.’ Megan zet een stap in de lege donkere kamer. ’Ik denk dat je een heel goed baasje zal zijn voor je hondje. Welke het ook wordt, ze mag trots zijn met een baasje zoals jij,’ zegt ze terwijl ze naar het raam loopt en de donkere straat in kijkt. Reinhard is achter haar komen staan en plaatst een kusje op haar achterhoofd. ’Zullen we de wijn openmaken?’ Fluistert hij zachtjes in haar oor en zonder dat zij geantwoord heeft draait hij zich om en verlaat de lege kamer. 

In de keuken ontkurkt hij de fles en schenkt twee glazen wijn in. Hij heeft deze fles uitgekozen omdat hij die voor een speciaal moment bewaard heeft. Reinhard ziet dit als een heel speciaal moment. Hij mag Megan, mag haar heel graag. Hij neemt een slokje van de wijn om hem te proeven, ‚perfect.’ Megan zit op de bank en wil net zijn zippo neerleggen. Ze schikt van Reinhard die ineens voor haar staat en laat hem iets te hard op de tafel vallen. Reinhard denkt aan hoeveel de tafel gekost heeft maar hij houdt zich in. Vanavond is het een speciale avond. Deze avond heeft hij Megan ontmoet en niks kan deze avond verpesten. Ze neemt een hijs van haar sigaret en neemt het glas van hem aan. Hij loopt naar zijn zijn stereo en zet een cool jazzdeuntje op. 

De wijn smaakt Reinhard goed. Hij kijkt op het etiket en ziet het jaartal 1996 erop staan. ’Een goed jaar’ denk hij bij zichzelf, en voegt daar aan toe: ‚Misschien komt Megan ook wel uit dat jaar.’ Ze praten, drinken wijn en roken sigaretten. Reinhard praat vooral over zichzelf en Megan luistert aandachtig. Hij schuift steeds dichter naar haar toe. Het leer plakt wat aan zijn broek waardoor het glijdende geluid dat hij maakt duidelijk te horen is. Megan laat hem op zich af komen en glimlacht als hij zijn gezicht vlak voor die van haar houdt. ‚Mag ik je weer zoenen?’ fluistert hij en zonder op een antwoord te wachten gooit hij zich op haar. 

Ze zoenen en Reinhard brengt zijn handen naar haar rug. Zijn vingers voelen en rist van haar jurkje en trekken deze naar beneden. De jurk moet uit. Hij opent de knopen van zijn shirt en maakt zijn riem los. Megan laat het allemaal gebeuren maar Reinhard voelt hoe ze haar spieren spant. Hij fluistert geruststellende woordjes in haar oor en als hij haar slipje uittrekt en zijn hoofd naar haar kutje brengt merkt hij dat ze relaxt. Ze legt haar hoofd naar achteren, sluit haar ogen en begint zachtjes te kreunen. Ze geniet en Reinhard weet dat zij geniet want ook Reinhard geniet. 

Ze hebben die nacht meerdere malen sex. Beide genieten hoogtepunten en het is de nacht dat Reinhard weet dat hij een speciaal meisje heeft gevonden. Het is de nacht dat hij werkelijk kan zeggen: ‚Ik ben verliefd.’ 

Buiten is het inmiddels langzaamaan licht aan het worden. Een koele ochtendbries waait via de open balkondeur de kamer binnen. Reinhard wordt wakker door gewoel naast hem. Hij opent zijn ogen en ziet dat Megan zich net onder hem vandaan heeft gewrongen en voor hem staat terwijl zij net haar jurkje weer aan doet. Hij gaat rechtop zitten, voelt wat aan zijn hoofd dat door alle wijn pijn doet en vraagt: ‚Ga je nu al weg, zo vroeg? Wil je geen ontbijt? Ik kan heerlijke eitjes bakken, echt waar. Hou je niet van eitjes? Ik ben ook geen slechte pannenkoekenbakker al zeg ik het zelf.’ Ondanks zijn kater weet hij verassend goed uit zijn woorden te komen. Megan kijkt hem aan met haar donkere ogen. Haar mascara is wat uitgelopen en ze ziet er niet meer zo knap uit als Reinhard zich herinnert. Toch voelt hij dat hij verliefd is. Hij kijkt weer in haar donkere ogen en denkt: ‚dit moet dus wel echte liefde zijn.’

Ze excuseert zichzelf. Ze moet nu echt naar huis, ze moet nog veel doen vandaag en wil nog een beetje slapen. ‚Mag ik je nummer?’ vraagt Reinhard en kijkt haar hoopvol aan. Natuurlijk mag dat. Reinhard geeft haar zijn telefoon en zij typt haar nummer in en geeft de telefoon terug. Reinhard slaat het op onder Megan, even komt de gedachte bij hem op om bij haar achternaam zijn achternaam alvast in te vullen maar hij besluit dit toch niet te doen. Hij is altijd positief maar teveel positivisme kan gevaarlijk zijn voor een mens. 

Megan heeft inmiddels bijna haar schoenen aan en pakt haar tasje. ‚Dankjewel voor deze geweldige nacht Reinhard. Je bent een hele lieve man.’ Ze geeft hem een kleine kus op zijn lippen en draait zich om naar de voordeur. Zodra ze zich omgedraaid heeft volgt hij haar, alsof hij haar schaduw is geworden. ‚Mag ik je vanavond bellen? Of in ieder geval smsen? We zien elkaar snel weer he?’ Ze zegt dat ze snel weer iets van zich laat horen en wil naar de lift lopen. Reinhard pakt haar nog één keer beet, voelt hoe dun haar armen eigelijk zijn en hoe licht ze is. Hij zoent haar nog één maal en dan weet ze zich los te wurmen uit zijn greep. Ze loopt naar de lift, drukt op het knopje en stapt in. Reinhard kijkt haar na vanuit zijn deuropening. ‚We bellen hé! We zien elkaar snel weer!’ roept hij nog. Als de metalen deuren langzaam dicht gaan ziet hij nog net hoe Megan haar mobieltje uit haar tas pakt. 

Reinhard doet de deur achter zich dicht en overziet zijn woonkamer. 3 lege flessen wijn staan op de tafel en een overvolle asbak op de grond. Ze zijn in slaap gevallen op de bank zonder deken. Als hij de flessen op wil pakken blijven ze even kleven aan de glazen salontafel. Rode kringen opgedroogde wijn laten ze achter als hij ze optilt. Hij kijkt naar zijn bank en ziet dat vooral aan de kant van Megan wat wijn is gemorst. Hij pakt snel een doekje en probeert het uit het donkere leer te vegen maar het gaat niet helemaal weg. Hij kijkt er nog even naar en besluit dat het amper opvalt. Hij leegt de asbak in een vuilniszak en doet de flessen hier ook bij. De zak zet hij  bij de deur en zal die vanmiddag wel wegbrengen. Hij pakt zijn mobiel van tafel en schrijft een berichtje naar Megan: ‚Wanneer zie ik je weer? Ik heb erg genoten van afgelopen nacht xxx R’ Hij drukt op ‚verzenden’ en neemt een koude douche, goed voor de doorbloeding. 

Na het douchen trekt hij een fris schoon pak en overhemd aan en bakt een eitje voor zichzelf. Hij kijkt op zijn telefoon maar hij heeft nog geen bericht terug van Megan. Hij twijfelt even en schrijft dan: ‚Ik denk dat ik verliefd op je ben geworden. Wanneer zie ik je weer? xxx R’ en drukt op verzenden. Hij eet zijn ontbijt en kijkt om de paar seconde op zijn telefoon maar hij krijgt geen nieuwe berichten. 

Buiten is het inmiddels warmer geworden en om even zijn gedachten op een rij te krijgen besluit hij de auto te nemen en naar een bos te rijden vlak bij plaats X. Hij is dan ook even de drukke broeiende stad uit en kan gelijk wat mooie uitlaatgebieden vinden voor als het hondje er is. De plastic zak met de lege flessen gaat ook mee, de as begint te stinken en hij kan de zak dan gelijk weg gooien.     

Het is een klein uurtje rijden en omdat het nog zo vroeg is is het nog rustig op de weg. Reinhard heeft een lekker jazzmuziekje aanstaan en lacht. Hij is verliefd geworden en kan niet wachten om Megan weer te zien. Als hij in het bos aankomt gooit hij eerst even de vuilniszak weg voordat hij het bos in gaat. Terwijl hij het pad oploopt kijkt hij nog eenmaal op zijn telefoon. Geen nieuwe berichten, nog geen antwoord van Megan.  

Hij heeft zo’n drie uur gewandeld als hij weer terug komt bij zijn auto. Langer dan hij eigenlijk wilde maar hij was een beetje verdwaald. Het is inmiddels drukker geworden op de parkeerplaats met bijvoorbeeld oude mensen die een stukje gaan lopen of jonge mensen die hun hond uitlaten. Hij groet een aantal mensen vriendelijk en maakt nog even kort een praatje met een jong stel die een hond hebben. Hij ziet zichzelf graag in de toekomst ook zo. Samen met Megan en een hondje lekker wandelen door het bos. Voordat hij zijn auto instapt stuurt hij weer een berichtje naar haar: ‚Ik mis je xxx.’ 

 

V   

In de week die volgt blijft Reinhard maar berichten sturen naar Megan maar hij krijgt geen antwoord. Hoewel Reinhard een positieve man is wordt zelfs hij hier af en toe een beetje verdrietig van. Na twee dagen berichten sturen is hij haar ook gaan bellen. Maar als de telefoon over gaat hoort hij alleen maar haar voicemail waarin zij zachtjes iets mompelt. Meestal laat hij berichten achter die minuten duren. De hele week kan Reinhard zich niet voor de volle 100% concentreren op zijn werk. Zijn gedachten dwalen af naar Megan. Wat zou ze aan het doen zijn? Plaagt ze hem dat ze niks laat horen? Staat ze ineens stiekem voor zijn deur als hij straks thuis komt? Dit is dus hoe het voelt om verliefd te zijn, denk hij. 

Hij heeft haar ook proberen op te zoeken op facebook. Maar zonder haar achternaam komt hij niet heel ver. Er zijn veel meisjes die Megan heten en in Berlijn wonen. Misschien woont ze wel in een van de voorsteden? Hij gaat ze allemaal minutieus van A tot Z af. Maar ook die leveren geen succesvolle resultaten op. Misschien zit ze wel niet op Facebook? Is ze lid van een andere obscure sociale netwerksite waarop zij foto’s van haar aan anderen toont. Anderen wel maar hij niet. Reinhard voelt een kleine irritatie opkomen bij deze gedachte. Hij sluit alle websites en vraagt zich af of hij haar nu wel goed had verstaan toen ze haar naam zei? 

Vrijdagavond gaat Reinhard naar dezelfde bar waar hij haar ontmoet heeft. Voordat hij vertrok heeft hij nogmaals geprobeerd haar te bellen maar de toon gaat nu gelijk over op voicemail. Hij haalt binnen een glaasje gin tonic en kijkt wat rond. Ze is niet binnen. Hij gaat naar buiten en kijkt hoopvol naar de taxi’s en de vrouwen die eruit stappen. Maar nergens ziet hij Megan. Dan besluit hij zelf in een taxi te stappen. Hij laat zich naar de club rijden waar hij met Megan zo fijn heeft gedanst en gezoend. 

De taxichauffeur heeft nog nooit van ‚het slachthuis’ gehoord. Reinhard legt uit waar het ongeveer ligt en dan lijkt er een lichtje te gaan branden bij de chauffeur. Hij wil geen klant verliezen dus zegt maar ja. Ze rijden weer het centrum uit. Reinhard kijkt een aantal keer naar zijn mobiel maar hij heeft geen nieuwe berichten ontvangen. Dan stopt de taxi op een verlaten terrein. Reinhard kijkt om zich heen maar dit lijkt hem niet de goede plek. De taxichauffeur legt uit dat hij een stukje door moet lopen en achter die muur naar rechts moet. Dan is hij er. Reinhard betaalt en stapt uit. Na een uur zwerven over het terrein vindt hij de juiste hal.   

Hij weet zeker dat dit de juiste hal is maar er is niemand. Het is er doodstil. Geen harde muziek en geen flitsende lichten. Het terrein wordt verlicht door een aantal hoge lantaarnpalen, het is er verlaten en broeierig warm. Hij loopt naar de deur waar de ingang was. Er zit een groot slot om geslagen en de ramen zijn dichtgetimmerd met dikke balken en platen. Op een enkele plaat is met graffiti iets geschreven en zijn anarchistische symbolen te zien. Wat doet hij hier? vraagt een zacht stemmetje in zijn hoofd. Hij doet een paar stappen naar achteren alsof hij naar een schilderij kijkt en dan pas het hele plaatje begrijpt. ‚Ja’ denkt hij, ‚typisch Berlijns, zoals hij dat vorige week ook al zei. Het ene moment is het er en het volgende moment is het verdwenen.’    

 

VI

Reinhard blijft Megan iedere dag berichten sturen maar op een antwoord wacht hij nog steeds. De twijfel slaat toe en hij belaagt zichzelf met vragen. Vindt ze hem niet leuk? Heeft ze die hele nacht een toneelstuk gespeeld om van zijn vrijgevigheid gebruik te kunnen maken? Maar hoe kan een jonge vrouw als zij een succesvolle man als hem, Reinhard Stern, nu niet leuk vinden? Hij heeft geld, een succesvolle carrière en hij gaat zelfs een hondje nemen. Iedere keer dwalen zijn gedachten weer terug naar Megan en naar de nacht die ze samen hebben doorgebracht. Hij heeft zelfs nog niet de moed gehad om de vlekken uit zijn bank te halen. 

In de eerste maand na hun ontmoeting moet Reinhard toegeven dat hij haar echt mist. Hoe hard hij het ook probeert, zijn motivatietechnieken hebben weinig effect op zijn gemoedstoestand. Maar na twee maanden moet hij niet meer op ieder moment van de dag aan haar denken. Hij kan  zich weer meer op zijn werk concentreren en aan andere dingen denken. Hij heeft voorlopig even afgezien van het hondje. Zijn werk geeft hem afleiding van het denken aan Megan en als hij nu een hondje zou nemen zou die vaak eenzaam thuis zitten. De kamer die voor het hondje zou zijn staat nog ook nog leeg. Hij stuurt Megan zo nu en dan nog een bericht.

Het is vrijdagmiddag en Reinhard is bijna klaar met werken. Hij moet nog een paar mails afhandelen en dan kan hij naar huis. Hij is met zijn gedachte al bij welke pasta hij zal maken als er op de deur wordt geklopt. Reinhard werpt snel een blik op zijn agenda maar ziet geen afspraken meer staan voor vandaag. Hij roept ‚binnen’ en staat op vanachter zijn bureau om de bezoeker te groeten. De deur zwaait open en een gezette man in een verfrommeld grijs pak stapt zijn kantoor binnen. 

De man groet Reinhard met een knikje en mompelt met een rauwe stem ‚goedemiddag.’ Reinhard antwoord de groetende man en wijst naar de stoel voor zijn bureau, zelf gaat hij weer zitten. Als de man plaats neemt vraagt Reinhard ‚Wat kan ik voor u doen?’ De man brengt zijn hand naar de binnenzak van zijn jasje en legt een bedrijfskaartje op tafel. ‚Ik werk als detective en ik vroeg mij af of ik een paar vragen aan u kan stellen meneer Stern?’ Reinhard blinkt even met zijn ogen als hij het beroep van de man hoort. ‚Maar ik ben een personal motivator meneer. Ik zou niet weten hoe ik u kon helpen tenzij u een depressie heeft. Maar dan zou u wel een afspraak moeten maken. Hier wacht ik geef u het nummer van mijn secretaresse, ze is al naar huis gegaan, ongeveer een uurtje geleden denk ik, maar als u even wacht dan. ‚Nee, nee’ onderbreekt de man hem. ‚Ik ben hier niet om u als personal motivator te consulteren meneer Stern. Ik ben hier om u een aantal vragen te stellen over een zaak. Als u weer even zou willen gaan zitten?’ Reinhard was al naar een van zijn kasten gelopen voor een informatiebrochure over zijn kwaliteiten en diensten als personal motivator maar als de man hem onderbreekt gaat hij weer zitten.

‚Het zit namelijk zo,’ gaat de man verder terwijl hij weer iets uit zijn binnenzak haalt en een foto op tafel legt. ‚Ik ben ingehuurd door de familie van dit meisje’ en hij legt zijn dikke vettige vinger op de foto, ‚Het is inmiddels twee maanden geleden dat haar familie haar voor het laatst heeft gezien. De politie gaat ervan uit dat zij is weggelopen omdat ze veel problemen had met haar familie. Ze hebben het een en ander aan onderzoek gedaan maar niet meer dan het minimale. Volgens hun wijzen alle bewijzen erop dat ze het hazepad genomen heeft en is ze onvindbaar.   Haar vader erkent dat er problemen waren maar dat hoort toch bij puberende kinderen? De familie geeft wel degelijk veel om haar. Ik geloof deze man maar de politie dus niet. Uiteindelijk heeft hij via via mij gevonden en aan mij gevraagd om het uit te zoeken. Ik heb wat telefoontjes gepleegd en ben wat aanwijzingen nagegaan. Ik heb de taxichauffeur gevonden die haar in het centrum heeft afgezet en hij verklaarde dat ze bij het betalen geen geld bij zich bleek te hebben. Maar dat een blanke man van middelbare leeftijd die er zo en zo uitzag haar rekening betaalde. Hierna heeft hij haar niet gezien maar hij durft niet naar de politie te gaan met zijn verhaal omdat hij hier illegaal is. Ik ben toen het café binnen gegaan waarvoor zij werd afgezet en heb wat navraag gedaan bij het personeel. Heb ze verteld dat de man waar ik naar opzoek was er zo en zo uitzag en dat hij misschien met een jonger meisje binnen is geweest. De barvrouw herinnerde die man nog wel omdat hij zoveel wijn bestelde, eerst telkens maar één glas maar later twee glazen per bestelling. Ze wist niet hoe hij heette maar herinnerde zich nog wel dat toen hij voor zijn laatste glas wijn betaalde een dikke fooi gaf en per ongeluk ook de bon van een restaurant meegaf vanuit zijn portemonnee. Normaliter gooien ze zulke dingen gelijk weg maar zij had hem in haar zak gestopt bij haar fooi. Toen zij de volgende dag die broek in de was wilde doen kwam ze de bon weer tegen in haar broekzak. Ze had hem even bekeken en uit nieuwsgierigheid op het internet het restaurant opgezocht waarna ze de bon weggooide. Maar ze herinnerde het restaurant nog door deze handeling en gaf mij de naam.’

De privé-detective stopte even en haalde nog wat uit zijn binnenzak. Het was een doekje om zijn bezwete gezicht af te vegen. Reinhard had stil geluisterd naar het verhaal van de zweterige man voor hem. Tot nu toe was hij zich van geen kwaad bewust. Ja, het meisje op de foto leek heel erg op Megan, zij het zonder make-up en haar haar had een lichtere kleur maar ze leek er erg op. Ja, Reinhard zou zelfs willen toegeven dat dat Megan was maar hij hield nog even zijn mond. Het was duidelijk dat de man voor hem nog niet uitgepraat was en het was onbeleefd om door iemands verhaal heen te praten. 

‚Dus ik naar het restaurant wat die serveerster herinnerde. En wat denk je? Ja hoor ze wisten daar toevallig nog een man die er zo en zo uitzag. Hij had die avond gedineerd met een vriend. Toen ik vroeg of ik zijn naam mocht hebben deden ze er eerst wat moeilijk over maar na een paar vriendelijke woorden kreeg ik toch de naam van ze, Reinhard Stern. Ik ben direct naar de bibliotheek gegaan en heb daar de naam opgezocht. De man bleek een personal-motivator te zijn en al een aardige carrière achter zich te hebben. Ik printte een foto uit en ging voor een dubbele check nog even terug naar het café. Daar bevestigde het barmeisje dat dit de man was die ik zocht.’ 

Hij was weer even stil en keek Reinhard met een grijns aan. Reinhard wilde wat zeggen maar toen ging de hand van de man naar de andere binnenzak van zijn jasje. Hij haalde weer een foto eruit, hield hem voor zich uit, keek er even naar en keek toen weer naar Reinhard. ‚En als ik het goed heb dan heb ik nu het genoegen om voor de heer Reinhard Stern te zitten, de enige echte’ De man legde de foto van Reinhard op de tafel naast die van Megan en leek erg trotst te zijn op zijn vondst. Reinhard antwoordde met een lach: ‚Dat klopt ja, aangenaam. Attent van u dat u mijn carriere tot nu toe succesvol wil noemen. Maar hoe kan ik u helpen? Ik ben slechts een, zoals u al zei, personal motivator.’

De detective leek even van zijn stuk gebracht door Reinhard’s vraag. Hij trok zijn wenkbrauwen wat op en kneep ze daarna samen, keek Reinhard indringend aan en zei:’Nou meneer Stern, zoals ik zei: u bent voor zover bekend voor het laatst met haar gezien. Ik zou graag willen weten wat er die nacht is gebeurd.’ 

Reinhard kucht even, houdt netjes zijn hand voor zijn mond en lacht de man tegenover hem daarna vriendelijk toe. Hij zal hem niet de hele waarheid vertellen. Daar is geen reden toe. Als de man zo’n goede detective is als hij zelf gelooft te zijn dan hoeft Reinhard hem niet alles te vertellen. ‚Het klopt inderdaad dat ik in dat restaurant gegeten heb. Ik moet u zeggen dat vooral de vis daar uitstekend is. Ik had na het eten nog geen zin om naar huis te gaan en ben daarom naar dat café gegaan om nog wat te drinken en te dansen. Ik heb mij daar erg vermaakt en toen ik even buiten stond voor wat frisse lucht, het was erg druk binnen, stopte er een taxi voor mij waar zij, en hij knikte naar de foto van het meisje dat naast zijn foto op zijn bureau lag, uit probeerde te stappen. Heeft de taxi-chauffeur u ook vertelt dat hij haar op brute wijze vasthield en tegen haar schreeuwde? Ik heb toen gedaan wat ieder mens met een goed hart zou doen, ik heb haar geholpen en haar rekening betaalt. Daarna heb ik haar naar binnen gevraagd om even van de schik te bekomen. Ik heb haar wat te drinken aangeboden en wij hebben wat gepraat. Waarover? O dat weet ik niet meer precies. Gewoon, kleine dingen. Hierna heeft zij mij vertelt dat zij nog ergens heen moest die avond. Ze heeft mij vriendelijk bedankt voor de wijn en is toen vertrokken. Kort daarna ben ik zelf ook naar huis gegaan en ik was denk ik tussen twaalf en één thuis.’ 

‚Weet u nog welke kant zij is op gegaan of heeft zij iets gezegd over waar zij heen moest? En is er iemand die uw tijd van thuiskomst kan bevestigen?’ 

‚ Laat mij even denken. Nee ik kan mij niet herinneren dat zij daar iets over heeft gezegd, we hadden dan ook beide al wat wijn op. En zoals ik al zei was het erg druk binnen. Ik heb haar nog net de deur uit zien gaan maar dat was het. En helaas moet ik ook uw derde vraag negatief beantwoorden, ik woon alleen. Ik zit wel al een hele tijd na te denken om een hondje te nemen. Wat voor ras weet ik nog niet maar het lijkt mij toch fijn om iemand te hebben voor als ik thuiskom, iemand die op je wacht en die ook daadwerkelijk blij is om je te zien dan. Het hondje is er nog niet, ik heb het te druk met mijn werk op het moment maar ik kan u verzekeren dat ik het idee niet vergeten ben. Weet u, ik ben zelfs die volgende morgen naar dit bos bij plaats X geweest om te kijken of het een fijne plek voor honden is. Zo serieus ben ik ermee bezig geweest.’

Terwijl Reinhard praat schrijft de detective haastig in een klein notitieboekje, zelfs het verhaal over het hondje. Als Reinhard stopt met praten maakt de detective aanstalten om op te staan. ‚Meneer Stern, hartelijk dank voor uw informatie. Mocht u nog iets te binnen schieten dan heeft u mijn kaartje.’ Hij pakt de foto’s van het bureau en schuift zijn bedrijfskaartje naar Reinhard. ‚Zoals ik al zei meneer, het is al weer even geleden en alles wat ik mij herinner heb ik u zojuist verteld. Maar mocht er iets mij toch nog te binnen schieten dan heb ik inderdaad uw kaartje.’ Hij tikt met zijn vinger op het kaartje en staat ook op, geeft de man een hand en laat hem uit. Reinhard sluit zijn kantoor af, haalt zijn fiets van zijn slot en fietst naar huis. 

Als hij thuis is schenkt hij een glas wijn voor zichzelf in en gaat op zijn bank zitten. De rode wijn vlekken van de nacht dat Megan er was zijn nog licht te zien, ze gingen er niet helemaal uit. Hij pakt zijn telefoon en belt het nummer van Megan. Weer krijgt hij haar voicemail en spreekt het volgende in:’Hej Megan, hier Reinhard weer. Vandaag kwam er een detective langs bij mij op het kantoor en hij is op zoek naar jou! Blijkbaar maken je ouders zich erg ongerust over je. Ik heb hem maar niet verteld over onze nacht bij mij hier, dat blijft lekker tussen ons, dat hoeft hij niet te weten. Maar ik zou wel graag wat van je horen. Het is alweer even geleden en ik begin mij toch wat ongerust te maken. Weet je wat? Als je snel wat van je laat horen dan mag jij uitzoeken wat voor hondje wij zullen nemen! Vind je dat niet leuk? Nou ik hoop je snel te zien. Kus, Reinhard.’ 

 

VII

Het is inmiddels twee weken geleden dat Reinhard de detective heeft gesproken en hij heeft niks meer van de man gehoord. Reinhard heeft zojuist een nieuw pak voor de late zomerdagen opgehaald. Het is donkerblauw en precies voor hem op maat gemaakt. Als hij de winkel uitkomt zet hij zijn zonnebril op en loopt naar de plek waar hij zijn fiets heeft vastgezet. Onderweg passeert hij een reisbureau en zijn aandacht wordt getrokken door een mooie jonge vrouw die net in de etalage bezig is om de promotie voor nieuwe reisbestemmingen op te hangen. Reinhard werpt een blik in de etalage en blijft even staan. Zij staat met haar rug naar hem toe en hij bewondert haar slanke lange benen die onder haar professionele donkere bedrijfsrokje uitkomen. Naast haar benen hangt een plastic bord met aanbiedingen. Als zij zich onverwachts zou omdraaien zal hij doen alsof hij daar naar kijkt. Hoewel zij natuurlijk niet hetzelfde in hem losmaakt als Megan doet kan hij toch nog genieten van een mooi paar vrouwelijke benen. 

Wanneer zij de promotie heeft opgehangen stapt ze, zonder zich om te draaien uit de etalage en valt Reinhard’s blik op iets in de weerspiegeling van het glas. ‚Zag hij dat nu goed?’ Reinhard verstijfd en blijft in de etalageruit kijken. Niet meer naar hetgeen wat hij zag maar naar de nieuwe actiebestemmingen. Een vrouw binnen ziet hem staan en lacht vriendelijk naar hem. Maar Reinhard weet geen lach op zijn gezicht te krijgen. Pure angst is wat zijn gezicht uitstraalt nu.

Verschillende gedachtes vliegen door zijn hoofd. ‚Zag hij het nu goed? Zag hij in de reflectie van de etalageruit de detective? Daar aan de overkant van de straat. Staat hij hem vanaf daar te observeren? Wordt hij gevolgd? Maar voor hoe lang al?’ Maar de belangrijkste vraag: ‚Weet de detective van zijn nacht met Megan?’ 

Zonder naar de overkant te kijken loopt Reinhard verder naar zijn fiets. Als hij loopt voelt hij zijn rug gloeien, alsof er iemand met een pistool op zijn rug mikt. Hij begint te zweten en gaat sneller lopen. ‚Hoe is hij erachter gekomen? En waarom komt hij niet gewoon op mij af?’ Zijn vragen die nu door zijn hoofd razen. Hij is op de plek aangekomen waar hij zijn fiets geparkeerd had maar kan hem op het eerste gezicht nergens vinden. ‚Nu niet in paniek raken anders heeft hij door dat je hem gezien hebt. Rustig door lopen, doe alsof er niks aan de hand is. Je koopt wel een nieuwe fiets. Nu naar de metro. Of een taxi! Ja een taxi is beter. Dan kan hij mij niet meer volgen. Maar weet hij waar ik woon? Als hij mij hier heeft gevonden weet hij vast ook waar ik woon!’

Reinhard houdt zijn ogen op de straat maar durft niet naar de overkant te kijken. Zodra er een taxi de hoek om komt steekt hij zijn hand omhoog en stapt snel in. De auto trekt op en vermengd zich in het Berlijnse verkeer. Maar Reinhard durft nog niet naar buiten te kijken. Hij pakt zijn mobiel en stuurt het volgende bericht naar Megan: ‚Hij weet het, waar ben je?’ 

 

Epiloog  

Er gaat weer een week voorbij en Reinhard ziet de detective niet meer. Hij heeft rust nodig. Dikverdiende rust om zijn hoofd leeg te maken en zijn gedachten weer op een rijtje te kunnen zetten. Toen hij die middag thuis kwam, nadat hij erachter kwam dat hij gevolgd werd, heeft hij direct een vakantie geboekt. 3 weken Malediven zullen hem goed doen.    

Het is vrijdagmorgen en hij is zijn tas aan het inpakken. In de woonkamer staat zijn tv aan en hij staat in zijn slaapkamer voor zijn kledingkast. Hij kijkt op zijn horloge en ziet dat hij nog een uur heeft voordat de taxi er is. Hij kiest een aantal lichte overhemden en een fraai overhemd met bloemetjes. Op zijn bed vouwt hij ze nogmaals netjes op, kijkt nog even op zijn telefoon, nog steeds geen bericht van haar, en loopt ermee naar de woonkamer waar zijn koffer ligt. 

Hij heeft Megan deze morgen nog gebeld met de mededeling dat hij op vakantie gaat. Hij heeft haar ook verteld dat hij speciaal voor haar een sleutel heeft verstopt in het portiek. Mocht zij eerder terug zijn dan hij dan kan ze in ieder geval naar binnen. 

Hij zet zijn tv aan op een ochtendshow. Als hij de overhemden net in zijn koffer wil leggen wordt de ochtendshow onderbroken door het nieuws. Het eerste item grijpt direct zijn aandacht. Reinhard kijkt op en ziet de volgende beelden voorbij komen: 

Het is nog een beetje donker en dit moet dus vroeg in de ochtend gefilmd zijn. Vanaf de grond wordt een politiehelikopter gefilmd die over een bebost gebied vliegt. De camera wordt meer naar beneden gericht en Reinhard herkent de parkeerplaats van het bos waar hij die ene zondagmorgen gewandeld heeft. De parkeerplaats is nu afgezet en er staan enkele politieauto’s, mediabusjes en een ambulance. Er wordt ingezoomd en enkele politiemensen komen in beeld die een grote plastic zak dragen waarin een lichaam lijkt te zitten. Reinhard hoort de stem van de commentator zeggen dat het vermoedelijk het lichaam is van het meisje M. die al enkele tijd vermist is. De politie dacht dat zij van huis was weggelopen maar gaan nu uit van een misdrijf. Dan verschijnt er een foto in beeld van een jonge vrouw die Reinhard maar al te goed kent. 

Hij laat de overhemden vallen. Hij kijkt om zich heen en ziet zijn bank, de vlekken, de lege flessen wijn, de vuilniszak en de krassen op zijn salontafel. Het wordt even heel helder in zijn gedachten voordat het heel donker wordt. In de voordeur hoort hij het geluid van een sleutel die wordt omgedraaid in een slot. Wat heeft hij gedaan? Wie is hij?   

Leave a comment